• panpizza. Een constructie van boterhammen die naast elkaar in de koekenpan werden gelegd, waar vervolgens ‘pizzasaus’ uit een pot op ging, met kaas erop en nog wat variabele ingrediënten. Nou waren wij nog niet van de olijven, dus waarschijnlijk was dat een blikje tonijn. Het geheel werd gebakken tot de kaas gesmolten was en de boterhammen onderop bruin waren. Niet iets waar we warme herinneringen aan koesteren, dus die hebben we nooit meer herhaald. (Ongetwijfeld dook er in de jaren ‘90 een variant op met heel veel pesto uit een potje – voor uw dagelijkse overdosis zout).
• Russisch ei! Een bord vol aardappelsalade, hardgekookte eieren, augurkjes en ham, bedekt met een dikke klodder mayonaise. Ik voelde me altijd vreselijk bekocht als er ook doperwten in zaten, want die hadden er in mijn ogen niets te zoeken. Ja, ik kon toen al heel principieel zijn wat eten betrof (maar blijkbaar niet principieel genoeg). De grootste traktatie was een bord Russisch ei in het Postillion Hotel Arnhem, na een bezoek aan het Kröller Müller Museum, of op de weg naar huis na een lange reis.
• Tong Picasso. Ooit vreselijk in, nu verguisd. En laten we wel zijn, niet helemaal zonder reden. Gebakken tongfilet (of ook wel schol), geserveerd met fruit. Dat wil zeggen: fruitcocktail uit blik. Soms opgeleukt met gembersiroop. Voor de jongeren onder ons die nu beginnen te kokhalzen: jawel. Het moet mierzoet zijn geweest, maar blijkbaar deerde ons dat niet.
• ellebogen. Nee, geen menselijke gelukkig, maar de enige ‘pasta’ die we toen kenden (naast spaghetti) en die officieel ‘macaroni’ heette. Met blokjes ham, misschien een uitje, wat tomatenpuree en heel misschien zelfs wat geraspte kaas, die uit een geelgroen kartonnen busje kwam en vooral naar zweetsokken rook. En waar we sommige ouderwetse recepten best nog eens willen maken, gewoon voor de nostalgie – of een enkele keer omdat het toch best lekker blijkt te zijn – is dit echt een hele dikke nee.
• filosoof. Nee, geen gebakken grote denker, maar een ouderwetse ovenschotel die ideaal was om restjes vlees op te maken, eventueel met wat restjes groenten. Het werd bedekt met aardappelpuree en voorzien van een laagje paneermeel en vlokjes boter. Eenmaal uit de oven had je een soort stoofschotel met een krokant laagje. Helemaal niet verkeerd, dus dit retrorecept kun je rustig nog eens van stal halen; je vindt het recept hier. De filosoof was ook in onze jeugd al een dagje ouder overigens, want in een van onzes kookboeken uit de jaren ’30 doet hij ook al mee.
Comentários