Aan de rand van ons Moezeldorp staan rijen en rijen bramenstruiken in de volle zon, die heerlijk zoete en volle bramen produceren. Elk jaar plukken we weer handenvol, terwijl onze hond zich ondertussen uitleeft met lokale vriendjes. Een van de buurvrouwen is al eens een wildzwijn tegengekomen bij de bramenstruiken, wij ‘botsten’ op een ree. Ook mooi!
250 zelfrijzend bakmeel
175 g boter
175 g lichtbruine basterdsuiker
1 tl kaneel
2 el rietsuiker
1 kleine zure appel
2 grote eieren
geraspte schil van 1 sinaasappel of citroen
1 tl bakpoeder
150-200 g bramen
1. Verwarm de oven voor op 180 ºC. Vet een cakevorm (van circa 1,5 liter) in met boter en bestuif met bloem; klop het teveel aan bloem eruit. Doe het bakmeel in een ruime kom en vermeng met de boter en basterdsuiker; vorm er met je vingertoppen fijn kruim van. Meet 5 el af en vermeng die in een apart kommetje met de kaneel en rietsuiker. Zet weg.
2. Schil de appel en rasp grof; vermeng de rasp met de eieren en de sinaasappel- of citroenschil. Voeg het bakpoeder toe aan het bloemmengsel in de grote kom en schep vervolgens het eier-appelmengsel erdoor. Meng losjes door elkaar.
3. Maak de bramen schoon en meng heel voorzichtig de bramen door het deeg. Schep in de cakevorm en strijk de bovenkant glad. Strooi de achtergehouden kruimels erover en bak de cake in circa 5 kwartier gaar; check tussendoor of de kruimels bovenop niet te bruin worden en dek eventueel af met aluminiumfolie. Neem de cake uit de oven, haal na circa 30 min. uit de vorm en laat verder afkoelen op een rooster.
Dit recept is afkomstig uit ons boek BACK! Het Duitse Bakboek, dat je hier en in de (online) boekhandel kunt kopen.
foto © aagjeblok.nl
Comments