De (Duitse) oma van mijn man, oma Ellen, knipte nog – zoals vroeger veel mensen deden – recepten uit tijdschriften en plakte die in een schriftje. Dat wil zeggen, ooit was het vast een 'schriftje', want in de loop der jaren werd het een lijvig boekwerk. Veel recepten zijn heerlijk tut, zowel inhoudelijk als qua vormgeving, maar heel veel zijn ook heerlijk. Zoals deze makkelijke walnootkoekjes, die echt iedereen kan maken. Je kunt kleine of grote exemplaren bakken; zorg alleen wel voor voldoende afstand op de bakplaat, want ze lopen nog wat uit tijdens het bakken.
voor ca. 22 koekjes
60 g gedopte walnoten
115 g boter op kamertemperatuur
115 g suiker
1 eierdooier
¼ tl vanillepasta
155 g zelfrijzend bakmeel
1 tl maïzena
1. Hak de noten grof en zet weg. Verwarm de oven voor op 180 ºC en bekleed een bakplaat met bakpapier.
2. Klop in een ruime kom de boter romig met de suiker. Voeg de eierdooier, walnoten en vanille toe en roer erdoor. Roer er beetje bij beetje het zelfrijzend bakmeel en de maïzena door tot het een glad, zacht deeg is.
3. Trek met je vingertoppen plukjes van het deeg en rol die tot een bolletje. Druk ze iets plat in je hand en leg ze op de bakplaat. Wij deden het op de gok, maar per koekje gebruikten we circa 10 g deeg. Zoals gezegd: laat ruimte ertussen, ze lopen nog een beetje uit.
4. Bak 15 min. tot ze goudgeel zijn. Neem uit de oven, laat 5 min. afkoelen en leg dan voorzichtig op een rek om helemaal af te koelen. Bewaar de koekjes in een koektrommel.
© foto uitgeverij aagjeblok
Comments