Bij elke Duitse bakker kom je ze tegen: Streuselkuchen. Ze zijn vaak gevuld met fruit (of pudding) en worden meestal op een grote plaat gebakken, zogeheten Blechkuchen. Dit is een kleinere variant die je heel makkelijk maakt in een langhoekige bakvorm, zoals een brownievorm, en vult met jam. Deze Schnittchen zijn overigens bij uitstek geschikt voor mensen met bak-angst: lukt altijd, en je kunt echt niets verkeerd doen!
Nodig:
200 g boter
300 g bloem
200 g poedersuiker + wat extra
mespunt zout
geraspte schil van ½ citroen
300 g jam naar keuze (kies iets met een krachtige eigen smaak, zoals rabarber of zwarte bessen)
1. Smelt de boter op laag vuur; zet weg en laat afkoelen.
2. Zeef de bloem samen met de poedersuiker boven een ruime kom. Voeg het zout toe en de citroenrasp en meng dooreen. Verwarm de oven voor op 200 ºC en bekleed een rechthoekige bakvorm met bakpapier.
3. Schenk de gesmolten boter door het bloemmengsel en kneed met je vingertoppen tot grove kruimels. Druk de helft van die kruimels in de vorm uit tot een bodem; dit gaat het makkelijkst met je vingers. Zorg dat de bodem overal ongeveer even dik is.
4. Schep de jam erop en strijk goed uit. Verdeel vervolgens de resterende kruimels over de jam (het lijkt veel maar klopt echt!) en bak 15-20 min. tot de kruimels goudbruin zijn. Laat 10 min. afkoelen, til dan aan het papier eruit en laat verder afkoelen.
Deze kruimelschnittchen zijn ook lauwwarm heerlijk met een bolletje ijs!
© tekst en foto uitg. aagjeblok
Comments