Deze Streuselkuchen – oftewel kruimeltaart, als is het eerder een cake met een berg kruimels – leidde in de Duitse schoonfamilie steevast tot heftige discussies: moesten de streusel met hazelnoten of toch met amandelen worden gemaakt? Nou ben ik in de regel team hazelnoot, maar in dit geval winnen wat mij betreft de amandelen. Na een dag of twee worden die namelijk heerlijk zacht en krijg je bovenop een soort frangipanelaagje. Je kunt voor de fruitvulling ook andere bessen toevoegen, zoals aalbessen – het rinse van de besjes is heerlijk bij de zoete Streusel.
voor de Streusel:
80 g gemalen amandelen
3 el suiker
40 g koude boter
en:
150 g zachte boter
1 grote bio-citroen (geraspte schil en 3 el sap)
175 g suiker
1 zakje vanillesuiker
snufje zout
4 middelgrote eieren
250 g bloem
1 tl bakpoeder
350 g blauwe bessen, evt. aangevuld met aalbessen
1. Maak eerst de Streusel: doe de gemalen amandelen in een kom met de suiker en meng; voeg de koude boter in klontjes toe en wrijf met je vingertoppen tot je klontige kruimels hebt. Doe dat niet te lang, dan smelt de boter, maar tot je een soort ‘nat zand’ hebt. Zet in de koelkast.
2. Vet een springvorm van 24 cm ø in met boter en bestuif met wat bloem; klop het teveel aan bloem eruit. Verwarm de oven voor op 180 ºC.
3. Doe de zachte boter in een kom en voeg citroenschil- en sap toe; strooi suiker en zout erbij en klop zacht. Voeg de eieren er een voor een aan toe tot ze helemaal zijn opgenomen. Meng de bloem met het bakpoeder en zeef boven het mengsel in de kom; meng er kort doorheen tot alles goed is gemend. Schep in de voorbereide vorm.
4. Verdeel de bessen erover en vervolgens de Streusel. Bak de cake ca. 60 min. in de oven; test met een satéprikker of de cake gaar is: als je die in de cake steekt, moet hij er droog uit komen. Dat is wat verraderlijk door de ‘natte’ bessen bovenop, maar je voelt wel of je op enige weerstand stuit. Neem uit de oven, laat 30 min. in de vorm afkoelen en maak dan los uit de springvorm. [MT]
Foto © uitg. aagjeblok
Comments